Leuke fragmenten filosofieles

Maaike Merckens van WonderWhy is, met filosofie en literatuur-juf voor de kleuters Nisrine Mbarki, op de Corantijn een doorlopende leerlijn gestart. De leukste fragmenten vooralsnog zijn verzameld. Zie hier het resultaat:

Groep 1/2
Vraag: “Is de tijd iedere dag hetzelfde, of verandert de tijd?”
·       “Hoe langer je wakker blijft, hoe langer de tijd is!”
·       “De tijd is waar je in leeft en waar je in opgroeit.”
Opmerking: “Op de noordpool is geen snoep, daar zijn alleen maar Eskimo’s met hele dikke jassen!”
·       “En daar zijn geen muggen.”
·       “Waarom niet?”
·       “Omdat daar sneeuw is!”
Vraag: “Wat nou als er helemaal geen tijd meer is?”
·       “Dan ben je zielig en arm!”
·       “Dan zou je niet bestaan!”
·       “Dan ga je dood!”
·       “Dan weet je niet hoe laat het is en hoe laat je naar bed moet.”
·       “Als er geen tijd bestaat is alles grijs.”
Vraag: “Is de tijd overdag anders dan ’s nachts?”
·       “In de avond is de tijd anders, want moet iedereen slapen en dat vindt niemand leuk.”
·       “Het is leuker om ’s nachts op het tabletje te spelen, omdat ik het dan beter kan zien, omdat de zon er dan niet op schijnt.”
·       “’s Nachts is de tijd leuker, want dan slapen de pappa’s en de mamma’s en dan kun je kun ze laten schrikken!”
·       “’s Nachts kun je niet voetballen.”
Vraag: “Kun je tijd voelen?”
·       “Ja!”
·       Juf: “Hoe dan?”
·       “Hier!” (kind wijst naar borstkas)
·       Juf: “Is iedereen het daarmee eens?”
·       (Het blijft even stil) “Ja, ik kan het ook voelen, het bonkt!”
·       Juf: “Luister maar even bij elkaar naar de tijd” (kinderen leggen hoofden bij elkaar op de borstkas) “Heeft iedereen de tijd gehoord?”
·       “Ja!” “Ja!” “Ja!”

Groep 3
“Kun je God zien?”
·       “Nee, God is doorzichtig.”
·       “Nee, want hij zit veel te hoog.”
·       “Nee, je kunt hem niet zien als je leeft, je kunt hem pas zien met je geest, als je dood bent.”
Vraag: “Kun je God voelen?”
·       “Ik kan God zijn botten voelen!”
·       (grijpt met haar handen om zich heen)“Ik voel hier, maar ik voel helemaal niks!”
·       “Ja! Maar dat komt omdat God niet in de klas is!”

Groep 4
Vraag: “Geloven moslims, joden en christenen in dezelfde god?”
·       “Ik denk dat er heel veel goden zijn, maar dat er één God de baas is, waar iedereen in gelooft, omdat de goden anders ruzie krijgen.”
·       “Nee, want mijn ouders hebben vertelt dat niet iedereen in de dezelfde God gelooft.”
Vraag: “Als je ouders je iets vertellen, geloof je dat dan altijd?”
·       “Ik geloof dat wel, maar andere mensen hoeven dat niet te geloven.”
·       “Ik geloof wel wat ze zeggen, want dat staat ook in de Koran.”
·       Juf: “En wat in de Koran staat is waar?”
·       “Ja!” “Nee!”
·       Juf: “Wat doe je dan als twee mensen iets anders geloven?”
·       “Je mag zelf weten wat je echt gelooft.”
Vraag: “Wat is het verschil tussen weten en geloven?”
·       “Ik weet dat ik boontjes kan koken en ik geloof in God, want ik weet niet zeker dat God in de hemel is.”
Vraag: “Kan vrolijk een slecht gevoel zijn?”
·       “Als iemand je laat struikelen en dan gaat lachen is vrolijk niet goed.”
·       “En als je heel hard gaat lachen dat je niet meer kan stoppen en een zere keel krijgt!”
Vraag: “Is verlegen een goed of een slecht gevoel?”
·       “Ik denk het niet, want als je verlegen bent, verstop je je voor iets.”
·       “Ik vind het geen leuk gevoel, omdat andere mensen het niet leuk vinden als je verlegen bent en dan gemeen tegen jou doen.”
Vraag: “Is verdrietig een goed gevoel?”
·       “Als je uitgelachen wordt, is het goed om te huilen.”
·       “Soms moet je huilen als je lacht.”
·       “Soms kun je ook huilen als je heel blij bent, dan moet het er gewoon even uit.”
Vraag: “Is jaloers een goed gevoel?”
·       “Jaloers is geen goed gevoel, want van binnen ben je verdrietig, maar van buiten ben je heel boos.”
Vraag: “Wanneer ga je iemand niet helpen?”
·       “Als iemand mij slaat, ga ik hem niet helpen.”
·       Juf: “Maar ga je hem dan nooit meer helpen?”
·       “Nou, als hij zielig en dakloos is, dan zou ik hem wel helpen.”
·       “Ik zou altijd helpen, maar alleen als die persoon echt hulp nodig heeft.”

Groep 5
Vraag: “Gelooft iedereen in dezelfde god?”
·       “Nee, iedereen gelooft in dezelfde god, maar iedereen noemt hem anders.”
·        “Alleen Allah is de echte God, de rest zijn valse goden!”
·       Juf: “Waarom zijn er dan zoveel geloven?”
·       “Ieder geloof heeft een neppe god gemaakt. Vroeger was er maar één god en was er maar één geloof, maar andere mensen waren daar jaloers op en hebben nieuwe goden bedacht. Daar geloven we nu in. ”
·       “Ik denk niet dat Allah bedacht is, want Hij heeft de wereld gemaakt.”
·       “Goden zijn niet door mensen gemaakt, maar ze zijn wel verzonnen. God is niet echt en ook niet nep, Hij zit er tussen in.”
Vraag: “Hoe zijn mensen ontstaan?”
·       “God heeft ons van klei gemaakt.”
·       “Nee, de apen zijn in mensen verandert.”
·       “Hoe kan het dan dat er nog apen in de dierentuin zijn?”
Vraag: “Wat is het verschil tussen verdrietig zijn en huilen?”
·       “Dat is moeilijk!”
·       “Verdriet zit in je hart en huilen zit in je ogen.”
·       “Als je huilt, komt het verdriet uit je ogen.”
·       “Huilen kun je om verschillende redenen doen, als je heel verdrietig bent, maar ook als je heel blij bent.”
Vraag:  “Waarom is je angstig voelen slecht?”
·       “Als je je angstig voelt, voel je je niet veilig.”
·       “Angstig is niet altijd slecht, want daar kun je iets door leren.”
·       “Ja, want eerst durfde je iets niet, omdat je bang was, maar dan leer je dat het niet eng is en is bang zijn niet meer erg.”